Grenier overleed den 11den Februarij 1660. Johannes Wilmerdonk, Hoogleeraar van de doorluchtige, en Izaak van Hoornbeek, Rector der Latijnsche school te Middelburg, roemden hem in hunne lijkgedichten. Eerstgenoemde zeide daarin:
Nu zwijgt die gulde mond, die immer heeft gesproken
Voor 't ongekrenkte regt; nu rust dat grijze brein
Dier blonde herssenpan, wiens zorge voor 't gemein
In heilzaam overleg heeft nagt nog dag ontbroken.
Zie de la Ruë, Gelett. Zeel. (2de druk) bl. 539, 540.