Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 7
(1862)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 387]
| |
burg, totdat hij, na 1795, aan het hoofd stond van een gezelschap jonge lieden, waarmede hij te Amsterdam speelde. Hij was een niet onverdienstelijk acteur.
Zie van Halmael, Bijdr. tot de Geschied. van het Tooneel, bl. 75. |
|