[Wouter van Gouthoeven]
GOUTHOEVEN (Wouter van), te Dordrecht in 1577 uit deftige ouders geboren, was de oudste zoon der zes kinderen van Arend Woutersz. van Gouthoeven, Dijkgraaf van Dubbeldam, en van Machtild Hallineg. Hij begon zijne letterkundige studiën te Utrecht en zette die te Leuven en te Dôle, in Franche-Comté voort. Teruggekeerd vestigde hij zich met der woon te Dordrecht, zich geheel en al aan de beoefening der vaderlandsche geschiedenis overgevende, tot dat hij in 1628 overleed.
Zijn hoofdwerk is eene vermeerderde en verbeterde uitgave der groote Hollandsche of Divise-kronijk, die in 1517 voor het eerst, vervolgens in 1591 en eindelijk in 1595 uitkwam. Hij liet daarbij een aantal fabelen en niets beteekenende verhalen weg en voegde er aanteekeningen van Petrus Scriverius, van hem zelven, en van anderen bij. Een en ander zag het licht onder den titel van:
D'oude Cronycke en Historiën (met West-Vriesland) van Zeeland ende van Utrecht: van nieuws overzien, vermeerdert, verbetert ende verciert met eenighe Gheslacht-Registeren ende Geneologyen der voornamester Edelen, mitsgaders Steden, Dorpen, Heeren-huysen enz., voor dezen noyt alsoo ghedruckt geweest, door W. van Gouthoeven, beginnende van den jare onses Heeren 449 tot dit tegenwoordigh jaar 1620, Dordr. 1620. fol. met houtsn. fig.; 2de druk, s Hage, 1636. fol.
Het tweede deel van dit werk, hetwelk van 1555 tot 1620, en in de laatste uitgave tot 1636 loopt, is tot 1591 door Ellert de Veer tot 1636 door een onbekende zamengesteld.
Van Gouthoeven schreef nog een: Boecxken: vervaltende de Beschrijvinghe ende Chronycxken der stede Dordrecht, hetwelk echter niet is uitgegeven.
Zie Balen, Beschr. van Dordr. bl. 212, 1074; Sweertius, Ath. Belg. p. 698; Pars, Naamrol, bl. 86, 87; de Wind, Bibl. van Ned. Geschiedsch. D. I. bl. 349-351; Smits en Schotel, Beschrijv. van Dordr. D. I. bl. XLIX-LII.