[Geertruyd Gordon]
GORDON (Geertruyd) was afkomstig uit eene Schotsche familie, en de dochter van Salomon Gordon, commissaris ter monstering over de regimenten Zwitsers in staatsche dienst, en van Barbaren Torcq, en achterkleinzoon van James Gordon of Letterfairie, Opper-Admiraal van Schotland, die door zijne moeder Jane Stuart, een kleinzoon was van den Schotschen Koning Jacobus I. Zij was de oudste van drie kinderen, en werd in 1649 te Bergen op Zoom geboren. Zij was gehuwd met Cornelis de Graeuw, uit welk huwelijk drie dochters sproten.
Geertruyd Gordon beoefende de Nederduitsche dichtkunst, dan eens niet zonder verdiensten, dan eens beneden alle critiek. Behalve eenige hier en daar verspreide gedichten zag van haar het licht, waarschijnlijk na haren dood uitgegeven:
De Poëzy van de geest- deugdrijke juffrouw G. Gordon de Graauw, uitgegeven tot voortplanting van de Leer der Genade, Amst. 1710. 4o.
Zie Hoogstraten, Woordenb.; Schotel, in Algem. Konst- en Letterb. 1843. D. I. bl. 293, 294; van der Aa, Nieuw Woordenb. van Ned. Dicht.