grafzerk met een koperen plaat voorzien, waarop het volgende grafschrift gegraveerd was:
M.S. Henrico Goltzio, Viro incomparabili, Chalcographo excellentissimo, Pictori celeberrimo, atque adeo omnis artis graphicae peritissimo, Margareta Joh. fil. Marito suo conjunctissimo, cum quo Harlemi vixit Annos XXXVI et fratri suo carissimo Jacobus Goltzius monumentum hoc fieri curarunt.
Jacobus Matham vitrico suo optime de se merito aeri incidit sculpsitque gratitudinis ergo. Obiit Harlemi. An. CIƆIƆCX VII. 1 Januarii aetat. suae LIX.
dit is: Ter gedachtenis van Hendrik Goltzius, een man zonder wederga, voortreffelijk plaatsnijder, zeer beroemd schilder en in alle deelen der schilderkunst wel ervaren, hebben dit gedenkteeken doen stellen Margareta Jansdochter, haren wel beminden echtgenoot, met welken zij te Haarlem 36 jaren geleefd heeft, en Jacobus Goltzius, zijnen zeer waarden broeder ter eere.
Jacobus Matham heeft zijn behuwdvader, aan wien hij de grootste verpligting had, tot een teeken van dankbaarheid en hem ter eere, in koper gesneden en gegraveerd. Hij is overleden te Haarlem in het jaar 1617, op den 1sten van Januarij, in het 59ste jaar zijns levens.
De afbeelding van Goltzius ziet het licht op verschillende wijzen. Zijne zinspreuk was: Eer boven gout.
Zie van Mander, Lev. der Schild. D. II. bl. 90-116; Ampzing, Beschrijv. van Haarl. bl. 360-365; Kok, Vaderl. Woordenb.; Koning, Tafereel der stad Haarl. D IV. bl. 144, 203; van Eynden en van der Willigen, Geschied. der Vaderl. Schilderk. D. I. bl. 93, 94, Aant. bl, 224; Immerzeel, Lev. en Werk. der Kunstsch.; Muller, Cat. van Portrett.; Kramm, Lev. en Werk. der Kunstsch.