lijfd, waar hij tot aan zijn dood, die in 1619 voorviel, in rust geleefd heeft. Op bevel van zijnen provinciaal, Michiel van Ophoven, schreef hij:
Descriptio Conventus Ziericseënsis ac Wycani, et rerum quae ibi contigerunt. Dit handschrift is in het jaar 1715, in de bibliotheek der Dominikanen te Antwerpen, terug gevonden, door broeder Bernardus de Jonghe, lid van het convent dier orde te Gent, die daarvan eenige stukken heeft opgenomen in zijne Batavia Dominicana desolata.
Zie de la Rue, Gelett. Zeel. (2de druk) bl. 402, 403.