23 of 24 jaren Luitenant-Kolonel en Kommandant der kolonie Suriname. Vurig voorstander van Oranje zijnde, verzette hij zich daar tegen de pogingen der tegenpartij, en stelde eindelijk op uitdrukkelijken last van Prins Willem V de kolonie onder de bescherming der Engelsche vloot. Bij de geheele omkeering van zaken in Nederland, begaf hij zich in Engelsche dienst en kommandeerde als Kolonel het regiment Royal Dutch, tot aan deszelfs ontbinding bij den vrede van Amiens. Na het op nieuw uitbreken van den oorlog belastte het Engelsche gouvernement hem met verscheidene diplomatieke zendingen, op eene van welke het volgende merkwaardige feit plaats had. Varende op een Engelsch koopvaardij fregat, werd dit door een Fransch oorlogsfregat gejaagd. De koopvaardij kapitein wilde zich overgeven en gaf zich met het meerendeel der bemanning aan dronkenschap over. De Girard, wetende dat het schip een goede zeiler was, nam nu het bevel op zich, liet door de nog bruikbare manschappen de stukken laden, en bragt, hoewel met zwaar gehavenden romp en want, zijne dépêches in veiligheid. De Engelsche regering begiftigde hem voor dit heldenfeit met eene met diamanten rijk versierde eeresabel. Na den val van Napoleon wilde Lodewijk XVIII de Girard, wegens zijne vele aan de Bourbons, gedurende hunne ballingschap, bewezene diensten, tot Maréchal de camp benoemen. Hij bedankte echter en overleed te Parijs in 1827. Even als zijn broeder, die volgt, had hij den naam van van Coehoorn bij den zijnen gevoegd. Zijn zoon, de thans nog levende gepensionneerde Generaal-Majoor der artillerie, Jean Philippe, Baron de Girard de Mielet van Coehoorn, hield met roem den naam van zijn geslacht in stand, zoo in 1814 voor Naarden, als later in den tiendaagschen veldtogt.
Uit medegedeelde familieberigten bijeengebragt; de Navorscher, D. IV. bl. 114.