Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 7
(1862)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 179]
| |
voleindigde ze te Orleans, werwaarts hij zich in 1566 begeven had. Ten behoeve van Nederlanders en Duitschers rigtte hij aldaar eene leeszaal op en behaalde er in 1567 den graad van Doctor in beide regten. Hij trok vervolgens, in het gevolg van den Franschen Ambassadeur te Venetië, naar Italië, en, na zich aldaar eenigen tijd te hebben opgehouden, naar Duitschland. Hij zette zich vervolgens te Straatsburg neder, en onderwees er het burgerlijk regt, waarmede hij veel roem behaalde, en de wijsbegeerte. Nog in 1577 hield hij zich daar op, werd vervolgens tot Hoogleeraar in de regten te Altorf beroepen en zag zich eindelijk als zoodanig te Ingolstad door den Hertog van Beijeren aangesteld, echter niet dan nadat hij het hervormde geloof had afgezworen, waaraan hij sedert zijn verblijf in Frankrijk gehecht was. Zoo groot was intusschen, in de vijftien jaren dat hij den professoralen leerstoel bekleedde, zijn roem gestegen, dat hij door Keizer Rudolph II tot Raad en Referendaris gekozen werd. Als zoodanig overleed hij te Praag den 26sten Julij 1604. Hij was gehuwd met eene dochter van Johan Marbach, predikant te Straatsburg. Als beoefenaar der letteren, staatkunde, Grieksche en Romeinsche oudheden en voornamelijk als regtsgeleerde bezat van Giffen groote verdiensten. Hij werd dan ook door de beroemdste mannen van zijnen tijd om zijne geleerdheid geprezen, ofschoon hij door Lambin en Douza van plagiaat beschuldigd werd. Zijne werken zijn getiteld: Titi Lucretii, de rerum Natura librisex emendati et ex manuscriptis restituti ab Oberto Giphianio etc. Antv. 1565. 12o Lugd. Bat. 1595, 12o 1597 en 1611. 16o. Homeri Ilias, seu potius omnia ejus, quae quidem extant, Opera, Graece: cum Latina versione ad verbum, emendata ab Oberto Giphianio, et illustrata Scholiis, Argent. 1572. 8o. 2 vol. herdrukt ald. 1602 (of 1608). 8o. De Imperatore Justiniano Commentarius, cui subjicitur Index historicus rerum Romanorum et Disputatio de Actionibus, empti et venditi, Ingolst. 1591. 4o. Notae in Corpus Juris Civilis. Vóór de uitgave te Ingolstad in 1594, in fol. en 4o verschenen. Commentarius ad Institutiones Juris Civilis, Ingolst. 1596. 4o. Agent. 1606, 1630. 4o. Antinomiarum Juris Civilis, sive Disputationum, ex Huberti Giphanii J.C. supremi sacrae Caesareae Majestatis Consiliarii, etc. praelectionibus desumptarum, libri quatuor, Francof. 1605 4o, ibid. 1666. 4o. Lecturae Altorphinae in aliquot Titulos Digestorum, et Codicis, Francof. 1605. De Renunciationibus. In het werk getiteld: Tractatus praecipui de Renunciationibus etc. Edente Schilter, Argent. 1701. 2 vol. 4o. Antinomiae Juris Feudalis, sive Disputationes undecim, ex | |
[pagina 180]
| |
Hubertii Giphannii, J.C. summi, sacrae Majestatis Consiliarii, etc. praelectionibus desumptae, etc. Francof. 1606. 4o. Oeconomia Juris; seu Dispositio methodica librorum ac titulorum totius Juris Civilis, Francof. 1606. 4o Ibid. et Argentor. 1612. 4o. Tractatus de diversis Regulis Juris antiqui utilissimus, Argentor. 1607, 8o. Aristotelis Politicorum libri octo, Arg. et Francof. 1608. 8o It. Helmaest. 1637. 12o It. Ibid. 1656. 4o. Commentarii in decem libros Ethicorum Aristotelis ad Nicomachum, post sat bene longam suppresionem, boni publici gratia jam primum in lucem editi, etc. Francof. 1608. 8o. Explanatio difficiliorum et celebriorum quaestionum in octo libris codicis occurrentium, Basil. 1615. 4o It. Francof. 1631. 4o. Libellus de Pactis; auctore Joanne Ludovico Langio. Accessit Disputatio eadem de re Oberti Giphanii, Francof. 1620. 8o. Tractatus duo de Ordine Judiciorum; sive Processus Juris, Jenae, 1624. 4o. It. Schlusing. 1626 4o It. Jenae, 1628. 4o. Observationes singulares in Linguam Latinam, Francof. 1624. 8o. Ook in het werk: Thesaurus cultae Latinitatis etc. collectus a Joanne Verwey, 1701. 4o. Huberti Giphanii et Francisci Guineti, de Justiniano Imperatore, Commentarii duo; edente Christoph. Arnold, Noriberg. 1660. 12o. Brieven van Giphianus komen voor, 6 in Matthaei Sylloge Epistolarum, Lugd. Bat. 1695. 8o; 2 in Francisci Hotomani et Joannis filii Epistolae, etc. Hagae - Com. 1730. 4o; eenige in Thomas Crenii, Animadversiones Philologicae et Historicae, T. III, Lugd. Bat. 1698. 8o; eene in Goldast Philologicarum Epistolarum Centuria una, Francof. 1610. 8o. In de Amoenitates Literariae van Schelhorn (T. XII. p. 587-591) vindt men een verzoekschrift, waarin Jan Giphanius, zoon van Hubert, aan den Franschen Koning privilegie vraagt tot het drukken van de in handschrift nagelatene werken zijns vaders, die, blijkens eene bij dat verzoekschrift gevoegde lijst, niet minder dan uit zeventien stuks bestaan.
Zie Sweertius, Ath. Belg. p. 586, 587, Foppens, Bibl. Belg. 928, 929; Paquot, Memoires, T. III. p. 354-359. |
|