[Timan Gesselius]
GESSELIUS (Timan), zoon van den voorgaande, werd te Amersfoort op het laatst der zestiende eeuw geboren, en bekleedde nevens zijn vader het Conrectoraat der Latijnsche school in zijne geboorteplaats, terwijl hij tevens den graad van Doctor in de geneeskunde verwierf.
Als aanhanger der Remonstrantsche partij werd ook hij afgezet, waarna hij zich eerst te Nijmegen en later te Utrecht als geneesheer vestigde, alwaar hij in hoogen ouderdom overleed, algemeen wegens zijne geleerdheid en gematigdheid geacht. Zijne afbeelding ziet het licht.
Van zijne hand hebben wij de volgende geschriften:
Epistola de superficie vesicae crista lapidea obducta multitudine calculorum, gevoegd bij het werk van Johan van Beverwijk de Calculo, Lugd. Bat. 1638. 12o.
Historia sacra et ecclesiastica ordine chronologico et via compendiaria digesta, Traj. 1659. 4o. 2 vol.
Hij droeg dit werk aan de Staten van Utrecht op, en verkreeg daarvoor een geschenk in zilver.
Historia rerum memorabilium in orbe gestarum ab anno mundi usque ad annum Christi MCXXV, (1525.) Traj. 1661.
Antiqua et vera fides et sola servans, Traj. 1664. 4o.
Dit werk werd den 15den Januarij 1714 te Rome op de lijst der verbodene boeken gezet.
Synopsis Simplicii Christiano- Catholici, Amst. 1650. 12o; andermaal uitgegeven onder den titel: Simplicitas fidei Christianae, Traj. 1666. 4o.
De distractione Imperii et Ecclesiae. Het is ons onbekend of dit geschrift wel in druk bestaat.
Zie Voetius, Polit. Eccles. P. I. lib. IV. tract. I. cap. X. p. 554, 555; J. Fabritius, Hist. bibl. Fabric. T. V. p. 13, 269; Foppens, Bibl. Belg. p. 1144; Burman, Traject. Erudit. p. 103-105; Cattenburgh, Bibl. Script. Remonstr.; Muller, Cat. van Portrett.