[Balthazar Gerbier]
GERBIER (Balthazar) werd niet te Antwerpen, gelijk men vroeger steeds beweerd heeft, maar te Middelburg in 1592 geboren, hoewel hij laatstgemelde plaats reeds met zijn zesde jaar heeft verlaten. Van zijne vroegste jeugd af aan toonde hij eene groote neiging voor de schilderkunst te bezitten, ten gevolge waarvan hij zich naar Italië begaf, waar hij een geruimen tijd verbleef. Na zijne terugkomst vertoefde hij een korten poos in Belgie, begaf zich in 1615 naar Engeland, waar hij in dienst trad van den Hertog van Buckingham, die hem te gelijk als schilder en als Agent van zijne kuiperijen gebruikte. Hij vertrok met hem naar Spanje, en na zijn dood, in 1628, ging hij in dienst van Karel I, Koning van Engeland, die hem tot Ridder sloeg, verschillende eerambten opdroeg en naar Holland zond, om, zegt men, het verdrag te sluiten, hetwelk Engeland in naauwere toenadering met Spanje moest brengen. Na zijne terugkomst nogmaals in Ambassade, en nu naar Brussel, geweest zijnde, verleende de vorst hem in 1641 brieven van naturalisatie en benoemde hem tot Ceremonie-meester van zijn paleis. De val van Karel I beroofde hem van zijnen beschermer, en hij begaf zich naar Frankrijk, waar hij met vergunning van Lodewijk XIV de eerste banken van leening oprigtte. De zaak nam echter niet op, en Gerbier vertrok andermaal naar Engeland, waar hij eene Academie opende, waarin hij onderrigt gaf in bijna alle vakken van kunst. Ook als zoodanig was teleurstelling zijn deel. Op gevorderden leeftijd zag hij zich nu genoodzaakt, denkelijk met toestemming van de Staten van Zeeland, in 1658 of 1659 naar Amerika te vertrekken, om op het eiland Cayenne of in de nabijheid eene volkplanting te stichten. Gerbier, die eene vrouw met acht kinderen bezat, nam alleen zijne dochters mede, benevens zekere Otto Keye, als bevelhebber onder
zich over een aantal landverhuizers. Ten gevolge van een ontstanen twist tusschen Gerbier en Keye smeedde laatstgemelde eene zamenzwering tegen den eersten, om hem en zijne dochters te vermoorden. Op den 7den Mei 1660 werd evenwel die aanslag verijdeld. Gerbier keerde nu naar Nederland terug en stak, waarschijnlijk na de herstelling der Stuarts, met Karel II van Holland weder naar Engeland over, en bij de huldiging van dien vorst te Londen vervaardigde hij de triomfpoorten. Hij wijdde de laatste jaren van zijn leven aan de bouwkunde, en overleed te Londen in 1667. Zijn portret, door zijn vriend van Dijck geschilderd, ziet, door P. Pontius gesneden, het licht. Gerbier heeft ook de dichtkunst beoefend, blijkens