[Wilhelmus van Gent]
GENT (Wilhelmus van) werd in 1714 predikant te Schenkenschans, in 1722 beroepen te Harderwijk, en vertrok van daar in 1733 naar Stellenbosch aan de Kaap de Goede Hoop, waar hij waarschijnlijk overleed. Hij schreef:
Leerstuk der volstrekte en noodsaakelijke voldoening van Jesus Christus, Amst. 1734. 8o.
Onderzoek der Paapse Misse, 2de druk met een vervolg over de hostie en Roose kransen, Amst. 1738 8o. met zijne afscheidspredikatie te Harderwijk; nog eens herdrukt Amst. 1742. 8o.
Vergelijking tusschen de Gereformeerde en Luterse Leere, Amst. 1740. 8o.
Zie Boekz. der gel. Wereld, 1723, a. bl. 373. 1738. a. bl. 98, 214; de Jongh, Naamlijst der Pred. van het Geld. Synode, bl. 307, van Abkoude, Naamreg. van Ned. Boek. D. I. St. I; Ferwerda; Naaml. D. St. II. bl. 136.