Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 7
(1862)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 99]
| |
1755 kreeg hij zijn Emeritaat en overleed den 25sten October 1757. Hij was gehuwd met Theodora van Brandwijk. Hij schreef: Versaameling van uitgelezene keurstoffen, Amst. 1742 4o. Kerkelijke plichtpleging 4o. Onpartijdig en onzijdig opstel tusschen den Heer Schrassert en J. Lulofs, over de samemkomst en oefeningen der particulieren ledematen, Dordr. 1743. 8o. Het hertnijpendt en besmettelijk sterven onder het Rund-vee, bij wijze van waarschouwing, tot voorkoming van zwaarder straffe onder de menschen, en tot aansporing van boetvaardigheid, vertoond uit Jeremia XXI. vs. 5. en 6. Breda, 1745. 4o. Innig Rouwgewaat, aangetrokken en vertoont in een uitwendige Treur-reeden, over het afsterven van wijlen zyne Doorluchtige Hoogheid W.C.H. Friso enz. uytgesproken op den 7 Nov. 1751. over 2 Samuel III. vs. 38, Gorinch. 1752. 4o.
Zie Boekz. der gel. Wereld, 1723. a. bl. 756, b. 236, 1755. b. 747. 1757. b. 613, 732, 733; van Abkoude, Naamreg. van Ned. Boek. D. I. St. I. III. IV.; Dezelfde, Reg. van Academ. Redenv. enz. bl. 15; Ferwerda, Naaml. van Boek. D. I. St. I. bl. 164. |
|