In beide vakken, maar het meest in de wiskunde, heeft Gemma Frisius uitgemunt. Hij werd onder de voornaamste geneeskundigen der Hoogeschool geteld, bedreven in de beschouwing en gelukkig in de uitoefening. Als wiskundige deed hij zich kennen door zeldzame kunde, en zijne lessen helderde hij op door werktuigen, welke hij zelf vervaardigd had. In de sterre- en meetkunde was hij zeer bedreven, en stond daarom in hoogen gunst bij Keizer Karel V, die hem meermalen uitnoodigde ten hove te komen, waarvoor hij echter, in de stille studeerkamer zich liever bewegende dan aan het woelige hof, beleefdelijk bedankte.
Bij de beroemdste geneeskundigen van zijnen en lateren tijd stond hij in hooge achting. De vermaarde geneesheer Hieremias Trivellus was zijn bijzondere vriend en koos hem als arts. Door het geheele land was zijn roem verbreid, door zijne voortreffelijke en nuttige geschriften, die zijne verdiensten ook thans nog op prijs doen stellen.
De tijd van 's mans dood wordt verschillend opgegeven; waarschijnlijk had die den 25sten Mei 1555 te Leuven plaats. Hij stierf aan den steen, en niet in 1558 aan de pest. De kerk der Dominikanen te Leuven bewaard zijn stoffelijk overschot, welks rustplaats door geen grafschrift werd aangeduid.
De dichter Janus Secundus vereerde hem met een Latijnsch puntdicht. Hij was een man matig van grootte, tenger van leden en bleek van aangezigt. Zijne afbeelding ziet het licht; ook bij Foppens. De naam zijner vrouw is niet bekend. Zijn zoon Cornelis volgt. Hij was waarschijnlijk Ridder van het Gulden Vlies. Als geneeskundige heeft Gemma Frisius zich door geschriften weinig bekend gemaakt; alleen wordt in een werk, door Henricus Garetius te Frankfort uitgegeven, in 1592 in 8o, van Gemma Frisius gevonden: Concilia quaedam de Arthritide. Zijne wis- en aardrijks- of sterrekundige werken zijn getiteld:
Cosmographicus liber Petri Apiani correctus per Gemmam Phrysium, Antv. 1529. 4o.
Dit werk van Apianus, door Gemma Frisius vermeerderd, is later onderscheidene malen met veranderden titel, en met bijvoeging van andere werkjes van laatstgenoemde, herdrukt, alsmede in het Hollandsch en Fransch uitgegeven.
De principiis Astronomiae et Cosmographiae, Antv. 1530. 4o meermalen herdrukt.
De Usu Globi, Antv. 1530. 4o.
De orbis divisione et insulis, Antv. 1530. 4o.
De Locorum describendorum ratione, et de eorum distantiis inveniendis, gevoegd achter de uitgaven van Apiani Cosmographia. Antv. 1533, 4o en 1540. 4o.
De vier laatstgenoemde werkjes zijn in 1547 te Parijs in 8o herdrukt, en de drie eersten, met bijvoeging van een an-