Haarlem in 1640. Hij schreef lofdichten, zoowel Latijnsche als Nederduitsche, op de werken zijner tijdgenooten, onderanderen op de Beschrijving der stad Haarlem van zijn ambtgenoot Samuel Ampzing. Van hem ziet ook het licht
Over 't Hooglied Salomons, Amst. 1638. 4o.
Zie Brandt, Hist. der Reform. D. II. bl. 920; Trigland, Kerck Geschied. bl. 536, 821, 826; Veeris, Kerk. Reg. der Pred. van Noord. Holl. bl. 27, 28; van Abkoude, Naaml. van Boek. D. I. St. III. Tideman, de Remonstrantie enz. bl. 36; van Vloten, Paschier de Fyne, aant. bl. 73.