als voorhoede had verrigt, aan den Chef van den staf, den Majoor von Gagern, toe te kennen. Hij werd in 1838 tot Kolonel Kommandant van het 5de regiment ligte Dragonders aangesteld, hetwelk te Deventer in garnizoen was. In het volgende jaar werd hij aan den jongen Prins Alexander der Nederlanden tot het doen eener reis naar Rusland toegevoegd. In 1843 bevorderd tot Chef van de brigade kavallerie, werd hij tevens Adjudant in buitengewone dienst van Koning Willem II, die hem om zijn karakter en talenten hoogachtte. Het volgende jaar tot Generaal Majoor aangesteld, werd hem door dien vorst eene belangrijke zending opgedragen naar Oost-Indie, in verband met eene reorganisatie van het Indische leger en met opzigt tot de op Java gebouwde vestingwerken. Bij zijne terugkomst in het vaderland, in Junij 1847, werd hij benoemd tot Bevelhebber der reserve brigade en tot Gouverneur der residentie en provincialen kommandant van Zuid Holland. Kort daarna werd hem op zijn verzoek toegestaan zich voor eene maand naar Baden te begeven, juist in den tijd dat aldaar in 1848 oproerige bewegingen onder Hecker en Struve de rust des lands bedreigden. Hij vergat in die oogenblikken zijne verpligtingen ten opzigte van zijn aangenomen vaderland, en stelde zich, op verzoek der Badensche regering, aan het hoofd der Duitsche troepen, die tegen de rustverstoorders werden beschikbaar gesteld. Door liefde jegens zijnen evenmensch gedreven, vertoonde hij zich zelf als parlementair aan de nabij Kandern verzamelde insurgenten, om hen te nopen de wapenen neder te leggen en zoodoende verdere slagting te voorkomen. Door een verraderlijk schot van een der muiters sneuvelde hij op den 20sten April 1848 als het slagtoffer zijner misschien te ver gedrevene menschlievendheid.
De Generaal von Gagern was Ridder der Militaire Willemsorde 3de klasse, Ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw, Kommandeur der orde van de Witte Valk van Saxen Weimar, Ridder der Stanislaus orde 2de klasse van Rusland en Ridder Grootkruis der orde van de Eikenkroon.
Zie verder Het leven van den Generaal Frederik von Gagern naar het Hoogd. van H. von Gagern, door Mr. C.C.E. D'Engelbronner, Amst. 1858. 8o 2 deelen met Portr.