[Gomar Fourdin]
FOURDIN (Gomar), uit een aanzienlijk geslacht te Diest geboren, klom door zijne dapperheid en beleid tot de hoogste waardigheden op. Hij werd in 1636 Gouverneur van Breda, doch was, ondanks eene dappere verdediging der hem toevertrouwde vesting, genoodzaakt haar aan Prins Frederik Hendrik in 1637 over te geven. Hij was bij den uittogt van het Spaansche krijgsvolk onpasselijk en zat daarom in een besloten koets; doch bij den Prins van Oranje genaderd zijnde, klom hij te paard, reed den overwinnaar te gemoet en steeg toen weder van het paard, hetgeen de Prins insgelijks deed. Na eenige wederzijdsche pligtplegingen nam hij met korte woorden afscheid.
Zie van Goor, Beschrijv. van Breda, bl. 64, 174, 188.