[Hendrik Charles Focke]
FOCKE (Hendrik Charles) werd geboren te Paramaribo den 16den Augustus 1802. Hij genoot zijne opvoeding in Nederland en werd aan de Hoogeschool te Utrecht tot Meester in de regten gepromoveerd. Hij keerde naar Suriname terug, werd aldaar Auditeur-militair en later President van het col legie van kleine zaken. Hij overleed in zijne geboorteplaats den 29sten Junij 1856.
Focke was een man die om zijne braafheid, minzaamheid, regtschapenheid en buitengewone kunde, gepaard met eene bijzondere nederigheid, algemeen geacht en bemind was. Als letterkundige en botanist maakte hij zich door zijne geschriften beroemd en als componist bekend.
In 1854 was hij, met de heeren Ds. C. van Schaick, Dr. Ch. Landré, Jhr. C.A. van Sypesteyn, en Dr. F.A.C. Dumontier oprigter, en later een zeer ijverig medewerker, van het tijdschrift West-Indie, Haarl. 1854-1856, 8o. 2 deelen. Vooral zijn daarin merkwaardig zijne verhandelingen Over de Arrowakken en hunne taal (1ste deel bl. 42), Over de Surinaamsche Vanille. (1ste deel bl. 275) en Over de Surinaamsche Negermuzijk. (2de deel bl. 93).
Voorts plaatste hij in den Fakkel (D. X. 1834 bl. 377 en volg.) eene verhandeling getiteld Muizenissen, terwijl vele botanische bijdragen van zijne hand gevonden worden vooral in de werken van het Koninklijk Nederlandsch Instituut en van de Academie van Wetenschappen, waarvan Focke corresponderend lid was. Als kundig beoefenaar der Neger-Engelsche taal, deed Focke zich kennen door:
Neger-Engelsch en Nederduitsch Woordenboek, Leid. 1855, 8o.
Op den 29sten Junij 1858 had op het kerkhof de Nieuwe Oranjetuin te Paramaribo, in tegenwoordigheid van eene groote menigte, de onthulling plaats van het gedenkteeken, dat door de zorg van den Wel-Eerwaarden Zeer geleerden heer C.M. Moes en de heeren H. Heylidy, C. Jz. en Dr. Chs. Landré, op het graf van den te vroeg ontslapenen en algemeen geachten Focke geplaatst was. Dat gedenkstuk, geplaatst op een gemetseld voetstuk, en omgeven van een fraai ijzeren traliehek, is van gegoten ijzer, en vervaardigd in de fabriek van de heeren de Waal en Co. te Utrecht. Hetzelve munt uit zoowel door groote eenvoudigheid als door sierlijkheid in uitvoering. De volgende opschriften zijn er op geplaatst.