Mennonitisch onderzoek op de Korte grondstellingen, die van Dr. Galenus opgesteld zijn, in zijne Verdeediginge der Christenen, die Doopsgezinden worden genaamd enz. Amst. 1700, 8o.
De rechtzinnigheid van de leere der Mennoniten opgesteld, met de H. Schrift beweezen, en uit de eigene Doopsgezinde Schriften woordelijk vertoond; (tegen de vreemde gemaakte misduidingen van Jan Klaassen van Grouw, in zijn Boek, genaamd: de Leere der Doopsgezinden verdeedigdenz.) met eene zuiveringe van eenige vreemde Misduidingen, en een kort vertoog van Jan Klaassen's leer; enz. Amst. 1703, 8o.
Hij liet in handschrift na:
Harmonie, of overeenstemminge der vier Evangelisten.
Zie H. Schijn, Geschied. der Mennon., bl. 570, 571, 605-610; Blaupotten Cate, Geschied. der Doopsgezind. in Holl. enz. D. I. bl. 278, 295.