[Gustaaf Adolf de Falck]
FALCK (Gustaaf Adolf de), eigenlijk een Zweed van geboorte, maar sedert geruimen tijd in Nederlandsche dienst, zeilde als Kapitein-Luitenant met de Bellona van 24 stukken, in 1796 naar Oost-Indië, onder het eskader van den Opperbevelhebber Kapitein Lucas, hetzelfde eskader, dat in de Saldanha-baai lafhartig aan de Engelschen werd overgegeven. De Falck was de eenige, onder het geheele eskader, die gelegenheid had om bewijs van moed te geven, en het ook werkelijk gaf. Met zijn fregat tot dekking van eene waterplaats gezonden, wederstond hij den aanval van 4000 Engelschen, die de waterplaats poogden te vermeesteren, met zulk een gelukkig gevolg, dat zij, na vele dooden en gekwetsten te hebben bekomen, moesten terugdeinzen. Op nieuw, ook door geschut aangegrepen, dwong hij, door het kanon van zijn schip, den vijand tot den terugtogt. Hij, later in den krijgsraad gekomen met den Luitenant Bezemer, erkende wel dat de capitulatie met de Engelschen noodig was geweest, maar met de uitdrukkelijke betuiging dat zij beiden, als afwezig zijnde geweest, geenszins verantwoordelijk waren, voor hetgene had kunnen gedaan worden, en niet gedaan is, bij de eerste ontdekking der vijandelijke schepen, en nadat zij te vergeefs op het ont-