[Francois Fagel]
FAGEL (Francois), zoon van Mr. Franciscus Fagel, Schepen en Griffier van Brugge, gecommitteerde ter Staten-Generaal te Antwerpen in 1582, en van Agneta Poignet. Hij werd te Amsterdam den 30sten Mei 1585 geboren, alwaar zijn vader zich in 1584 had nedergezet, toen hij, de Hervormde Godsdienst belijdende, bij den overgang van Brugge aan Parma, genoodzaakt was die stad met anderen te verlaten. Hij werd aangesteld tot Raad in den Hoogen Raad van Holland, Zeeland en West-Friesland, deed als zoodanig den 9den November 1619 den eed, en overleed den 2den Maart 1644. Hij was gehuwd eerst met Maria Rosa, daarna met Beatrix van Biemont. Bij de eerste verwekte hij drie, en bij de tweede twee zonen, die wij hier met hunne afstammelingen laten volgen.
Zie Kok, Vaderl. Woordenb. D. XV. bl. 16; Vreede, de Hooge Raad van Holland enz. in het Jaarb. voor de Regterl. Magt in Nederl. 1839. bl. 43; Groen van Prinsterer, Archiv. de la maison d'Orange-Nass. T. VIII, p. 395; Janssen, de Kerkherv. te Brugge, D. II. bl. 68, 70; uit medegedeelde berigten aangevuld.