[Tjalling van Eysinga]
EYSINGA (Tjalling van), zoon van den voorgaande, volgde als Friesch Edelman de lijkstatie van Graaf Willem Lodewijk van Nassau, en werd in 1635 Grietman van Rauwerderhem, en den 30sten November 1639 Grietman van Menaldumadeel. In 1647 tot Curator der Friesche Hoogeschool aangesteld, werd hij mede in verschillende gewestelijke als lands commissien geroepen. Onder anderen was hij wegens Friesland mede gecommitteerd in de gewigtige vergadering der Staten Generaal van den 5den December 1650, in welke, onder de drie hoofdbenamingen van Unie, Religte en Militie, alles werd vastgesteld, wat men dacht tot heil en welstand van de Republiek nuttig te zijn. Hij woonde op Heringa-state te Marsum en was gehuwd met Eets, dochter van Andries Hiddema en Aeltje van Galama. Hij overleed in 1653 en verwekte vier kinderen, waaronder een zoon, Tjalling genaamd, die in 1640 Grietman van Rauwerderhem werd.
Zie Vriemoet, Ath. Frisiac. p. LXII, LXIII; te Water, Hist. van het verb. der Edel. D. II. bl. 388, noot; van Sminia, Nieuwe Naaml. van Grietmann. bl. 164, 181.