[Roeland van den Eynden]
EYNDEN (Roeland van den), broeder van den voorgaande, werd te Nijmegen in 1747 geboren. Na in de voorbereidende wetenschappen, en ook in de Latijnsche taal, onderwezen te zijn legde hij zich insgelijks op de schilderkunst toe en er bestaan van hem portretten, die zeer goed gelijken. Als teekenaar had hij mede verdiensten. Hij beoefende de kunst uit liefhebberij, doch legde zich meer op de beoefening van hare geschiedenis toe. Daaraan hebben wij te danken de volgende werken:
Verhandeling over den nationalen smaak der Hollandsche school in de teeken- en schilderkunst. Met goud bekroond door Teyler's Tweede Genootschap en geplaatst in het 5de stuk harer verhandelingen.
Het leven en de Werken van den vermaarden Italiaanschen schilder Corregio. Door hem vertaald en met aanmerkingen en bijvoegsels voorzien geplaatst in Feith en Kanselaar's Bijdragen tot bevordering der schoone kunsten, 1ste 2de en 3de stuk.
Nadere bijzonderheden betreffende de kunstschilders Hubert en Jan van Eyck, als ook over de uitvinding van de olieverw, geplaatst in de Boekzaal der geleerde wereld, November 1813.
(Met A. van der Willigen) Geschiedenis der vaderlandsche schilderkunst, sedert de helft der 18de eeuw, Haarl. 1816-1840. 8o. 4 deelen met portrett.
van Eynde bekleedde een post bij 's lands Convoijen en Licenten, eerst te Tiel, later te Dordrecht, waar hij den 28sten Augustus 1819 overleed. Zijne afbeelding ziet het licht. Hij was Correspondent van het voormalig Koninklijk Nederlandsch Instituut.
Zie Algem. Konst- en Letterb. 1819. D. II. bl. 162, 163; de Jong,