[Arnoldus Eyckius]
EYCKIUS (Arnoldus), ook Arent of Arnold van Eyck genaamd, geboren te Utrecht, alwaar hij, waarschijnlijk als opvolger van Georgius Maoropedius, van 1558 tot 1578 aan het hoofd stond der Hieronijmiaansche school. De tijd van zijn overlijden is niet bekend. Hij leefde nog in 1582. Arnoldus Buchelius, zijn vriend en tijdgenoot, stelde hem ter eere een Latijnsch grafschrift. Hij schreef:
Tabulae in gramaticam Graecam, Antv. 1582. 4o.
Praecepta Decalogi.
Libellus Epithalamiorum.
Door de beide laatstgenoemden deed hij zich ook als beoefenaar der Latijnsche dichtkunst kennen. Als zoodanig moet hij niet hebben uitgemunt, althans een zijner tijdgenooten maakte daarop het volgende schimpdicht:
Cum tua duritie superent Epigrammata quercum,
Jure tuum eingat querna corona caput.
Hetwelk een ander aldus in het Hollandsch vertaalde:
Uw' verzen zijn zoo hard, ja harder, als een kwast,
Van knoestig eikenhout, O puikje der Poëten;
Dus zeg ik tot uw' lof, een ieder mag 't wel weten,
Dat op uw geestig hoofd een kroon van eiken past.