Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 5
(1859)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 235]
| |
sproten uit het oud en adellijk geslacht van dien naam, waarvan het kasteel niet verre van Tiel gelegen was. Aan de Utrechtsche Fraterschool legde hij zich op de godgeleerdheid toe, en genoot aldaar het onderwijs van den beroemden Macropedius. Hij vertrok van daar naar de Hoogeschool te Leuven, werd in 1561 Meester in de wijsbegeerte, en gaf er gedurende tien jaren onderwijs. In 1580 tot Doctor in de godgeleerdheid bevorderd, werd hij al dadelijk tot Hoogleeraar in die wetenschap te Douay benoemd en eenigen tijd daarna tot President van 's konings collegie, tot Proost van St. Pieter en tot Kanselier der Hoogeschool aangesteld. Hij overleed den 20sten September 1613, werd te Douay in de St. Pieterkerk begraven en zijn grafsteen met een Latijnsch opschrift voorzien. Zijne afbeelding ziet bij Foppens het licht. Estius was een godvruchtig, geleerd en welsprekend man, die in den reuk van heiligheid gestorven is, en die zich door eenige Latijnsche gedichten, meer nog door twistschriften tegen de Jezuiten bekend gemaakt heeft. Hij was het protestantisme zeer vijandig, en hij liet zich door godsdiensthaat zóó vervoeren dat, hij den moordenaar van Willem I prijzen en zamenstemmen kon met den lof en de eeretitels, die hem door sommigen werden toegezwaaid en gegeven. De voornaamste schriften van Estius zijn: Historia Martyrum Gorcomiensium XIX, majori numero fratrum minorum, anno 1572 a Geusiis rebellibus interemptorum, Colon. 1572. 4o., Duaci, 1603. 8o., Antverp. 1619. 8o. Namurci, 1655. 8o. Ook is dit werk geheel opgenomen in de Acta Sanctorum, en in het Hollandsch vertaald door Willem Spoelberg Antw. 1604. 8o. Orationes Theologicae XIX. Lov. 1614. 8o. Commentaria in IV libros sententiarum Petri Lombardi, Duaci, 1615. fol. 2 tom. Annotationes in praecipua ac difficiliora Sacrae Scripturae loca, Col. 1621. fol. Ibid. 1628. fol. 1632. 4o. Commentarius in omnes B. Pauli Epistolas, na zijn dood door Bartholomeus Petrus te Douay en te Keulen 1631. fol. 2 deelen uitgegeven. Behalve deze werken had Estius de hand in de uitgave der werken van Augustinus, zijnde het 9de deel geheel door hem voor de pers gereed gemaakt.
Zie Sweertius, Ath. Belg. p. 305; Foppens, Bibl. Belg. p. 399-401, met portr.; Pars, Index. Bat. p. 249; Saxe, Onom. Liter. T.V. p. 543; Kok, Vaderl. Woordenb. D. XIV. bl. 491-493; de Wind, Bibl. van Ned. Geschiedschr. D. I. bl. 498, 499. |
|