[Eobanus]
EOBANUS werd door Bonifacius, Bisschop van Utrecht, in 739 tijdens zijne afwezigheid tot koor-Bisschop aangesteld. Op het artikel van Bonifacius is reeds aangemerkt, dat er nog altijd veel duisters blijft heerschen over de vraag, of deze al of niet Bisschop van Utrecht geweest is. Ook thans kunnen wij niet beslissen of Eobanus als zoodanig door hem is aangesteld. Zeker is het dat hij met Bonifacius in 755 den marteldood onderging, terwijl zij het Christendom in Friesland verkondigden. Zijn lijk werd eerst naar Utrecht, van daar naar Fulda en eindelijk naar Erfurt gebragt.
Zie Blondeel, Beschrijv. der Stad Utr. bl. 196-199; Sjoerds, Jaarb. D. I. bl. 381, 393; (van Gils), Kathol. Meijer. Memorieb. bl. 61; dit Woordenb. D. II. St. II. bl. 846-848; Arend, Alg. Geschied. des Vaderl. D. I. bl. 336; Royaards, Geschied. der inv. en vest. van het Christ. in Nederl. bl. 264, 265.