[Remko Engels]
ENGELS (Remko), geboren te Bellingwolde uit ouders tot den landelijken stand behoorende, werd eerst beroepen te Colmschate, waar hij in dienst trad den 1sten Mei in 1796, vertrok naar Engelbert in 1801, naar Emmen in 1807 en nog in hetzelfde jaar naar Nieuwwolde, waar hij den 3den Januarij 1855 overleed in den ouderdom van ruim zes en tachtig jaren, nalatende zijne weduwe Antje van der Tuuk, dochter van Nicolaas van der Tuuk, in der tijd Predikant te Groningen, en één zoon. Hij was vele jaren lid en tot aan zijn overlijden Praeses van het klassikaal bestuur, en vroeger ook lid van het Provinciaal kerkbestuur. Van hem is in druk uitgegeven:
Ontboezeming over de godsdienstige denkwijze, vroomheid en regtzinnigheid in de Hervormde Kerk, byzonder met betrekking tot de leeraars, Gron. 1834. 8o.
Waarheid en geloof, of mijne ontboezeming in eenige voorname bijzonderheden nader opgehelderd en ontvouwd, Gron 1834. 8o.
Geloofsverdediging, Gron. 1836. 8o.
Geloofsroem; de leer der regtvaardiging door het geloof in Jezus, beschouwd in het licht van Gods woord, als de hoofdwaarheid des Evangeliums, den grondslag der Protestantsche Kerk in het algemeen en der Hervormde Kerk in het bijzonder, Gron. 1837-1841. 8o. 3 stukken.
Uit medegedeelde berigten bijeengebragt; Brinkman, Alphab. lijst van Boek.