noemd tot buitengewoon Kapitein en in 1674 tot Kapitein ter zee, had hij als zoodanig het bevel over het schip Staveren, dat in handen der Engelschen viel. Later voerde hij het kommando op het schip Zeelandia en werd tot Vice-Admiraal verheven; doch hij overleed, vóór het doen van zijnen eed, te Leiden op den 26sten Februarij 1688. Hij was gehuwd den 5den Maart 1675 met Emerentia van Swaneveld, weduwe van den Advokaat Aegidius de Roy. Zij overleed den 18den September 1703, en liet eene dochter en twee zonen na, namelijk Emerentia Catharina, Jacob en Jan Daniêl, welke laatste als Kapitein ter zee, den 16den December 1698, overleed.
Zie Brandt, Lev. van de Ruiter, bl. 653, 778, 787, 813; Rammelman Elsevier, Uitk. van een onderz. omtr. de Elseviers, bl. 30; de Jonge, Geschied. van het Ned. Zeewez. D. III. St. I. bl. 133, St. II. bl. 234, 403; de Reume, Rech. sur les Elsev. p. 47; Pieters, Ann. de l'imprim. Elsev. p. 135.