[Arnoud of Arend van Egmond]
EGMOND (Arnoud of Arend van), oudste zoon van Jan van Egmond en van Guidijn van Amstel, was Ridder en werd later Heer van IJsselstein. Hij nam een werkzaam deel aan de oorlogen tegen de West-Friezen, inzonderheid in 1399, toen hij aan het hoofd van de Hollandsche benden de West-Friezen het beleg van Stavoren deed opbreken. Hij leefde in twist en tweedragt met de abten van Egmond. Door hem werd in 1390 te IJsselstein een klooster voor monniken gesticht en de vaart van Egmond naar Alkmaar gegraven. Hij overleed, oud twee en zeventig jaren, den 9den April 1409 en werd te IJsselstein begraven. Zijne vrouw Jolente, dochter van den Graaf van Leiningen, overleed te 's Gravenhage den 24sten April 1434. Zij schonk hem twee zonen, Jan en Willem, die beide volgen.
Zie Ant. Hovaeus, Chron. van Egmondt, bl. 60-62; van Leeuwen, Bat. Illustr, bl. 948; Arend, Algem. Geschied. des Vaderl. D. II. St, II. bl. 317; Römer, de Kloost. en Abdijen in Holl. en Zeel. D. I bl. 109, 138, 439.