winden, en was aan het hoofd der Nederlandsche ruiterij die den gevaarlijken overtogt over de Boyne volbragt, gelijk hij met den meesten lof deel nam aan al de veldtogten van Willem III. Deze vorst benoemde hem tot opperjagermeester. Hij was voorts Luitenant-Generaal, Commandeur van Geertruidenberg, Gouverneur van Bergen op Zoom, Meesterknaap van Holland en Hoogheemraad van Delftland. Hij was gehuwd met Geertruid Pieterson, die hem drie zonen schonk, die volgen, eene dochter, die ongehuwd overleed, en eene andere, Geertruid Johanna Quirina, die gehuwd was met Arnold Joost van Keppel, graaf van Albemarle enz. Adam van der Duyn overleed den 18den December 1693.
Zie van Leeuwen, Bat. Ill. bl. 943; Hoogstraten, Woordenb. D. IV. bl. 47, 224, die zich beiden in de opgave van zijne kinderen vergissen; Luiscius, Woordenb. D. IV. bl. 229; Kok, Vaderl. wovrdenb. D. XIII. bl. 35; Ferwerda, Adellijk en aanzienlijk wapenb. van de 7 prov.; Bosscha, Neërl. Held. te Land, D. II. bl. 191, 220, 255, 587, Bijl. bl. 2. 9.