[Adriaan Duyk]
DUYK (Adriaan), of Duyck, was Heer van Oud-Karspel en Koedijk en de zoon van Johan Duyk, wiens vrouw onbekend is. Hij was tot aan zijn dood secretaris van de Staten van Holland, en betoonde zich een man van groote bekwaamheid en gematigdheid; waarschijnlijk is het getuigenis omtrent de verdiensten van Oldenbarnevelt, op den 13den Mei 1619 in de Notulen van Holland gevoegd, en dat door Wagenaar wordt medegedeeld, van zijne hand, als hebbende hij volgens van Wijn de gewoonte gehad om zijne gedachten on wenschen meermalen bij het gedeelte der Notulen te voegen, hetwelk niet gedrukt werd. Hij stierf den 5den December 1620. Hij was gehuwd eerst aan Anna de Rechteren, daarna aan Maria van Paffenrade, eindelijk aan Maria van Dorp, en liet bij allen kinderen na. Hij ligt in de Groote Kerk te 's Gravenhage, op het koor aan de zuidzijde met zijne eerste vrouw, begraven.
Zie Balen, Beschrijv. van Dordr. D. II. bl. 1050; van Leeuwen, Bat. Ill. bl. 940; Hoogstraten, Woordenb. D. IV. bl. 222; Timareten, Verz. van Gedenkst. D. II. bl. 60; Wagegenaar, Vaderl. Hist. D. X. bl. 369; van Wijn, Bijv. op de Vaderl. Hist. van Wagenaar, D. X. bl. 101; Scheltema, Staatk. Ned. D. I. bl. 307, 308, D. II. bl. 579, alwaar de namen zijner ouders verkeerderlijk worden opgegeven.