Dichterlijke Mengelingen, Winsch. 1838. 8o.
Gelegenheids-Gedichtjes voor kinderen, Amst. en Schiedam, 1838. 8o.
De Boekdrukkunst en derzelver uitvinder Laurens Jansz. Koster, Amst. 1840. 8o. m. pl. en portr.
Spiegel der deugd. Kleine gedichten en verhalen voor jonge lieden. Schied. 1846. 8o.
Feestzang op het 50-jarig bestaan van het departement Schiedam der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, Schiedam, 1847 8o.
Kort begrip der kerkelijke geschiedenis in vragen en antwoorden, Schied. 1847. 8o. 2de druk ald. 1848. 8o.
Voorjaarsbloempjes, Schied. 1848. 24o.
Najaarsbloempjes, Schied. 1848. 24o.
Rozenknopjes, Amst. 1851. 12o. m. pl.
Behalve door deze werkjes maakte Dusseau zich verdienstelijk vooral als kinderdichter, door zijne medewerking aan De Almanak voor kinderen in miniatuur en door de bewerking van het poëtisch gedeelte van De Leidsman der jeugd. Zoo wist de gemoedelijke en brave prediker nuttig te zijn voor het kindergeslacht, terwijl hij zelf tot viermalen toe jeugdige telgen ten grave moest brengen. Zoo wist de werkzame man den tijd, hem van zijnen arbeid als prediker overgebleven, nuttig te besteden, en zou voorzeker nog veel goeds tot stand hebben gebragt, indien hij niet in de kracht zijns levens ware weggerukt. Eene proeve, en wel eene uitmuntende proeve, van zijnen preêktrant vinden wij in het Zestal leerredenen na zijnen dood te Amsterdam 1855 in 8o. uitgegeven.
Zie Boekzaal der gel. wereld, 1853, D. II. bl. 505-507; Jaarb. voor de Stad en het Kanton Schiedam, 1854, bl. 43, in welk jaarboekje Dusscau herhaalde malen zijne dichterlijke voorbrengselen plaatsen liet; Brinkman, Alph Lijst van boek., bl. 15, 180.