[Jan Willem Druyvesteyn]
DRUYVESTEYN (Jan Willem), zoon van Mr. François Constantijn Druyvesteyn en van Cornelia Anna van Royen, en kleinzoon van François Aarnoudt Druyvesteyn en van Henriette Jacoba Gerlings, werd geboren te Haarlem den 20sten November 1759. Hij was Raad in de Vroedschap te Haarlem in 1785, Schepen en in 1787 Kolonel der schutterij. In 1788 van alle betrekkingen ontslagen, werd hij door de burgerij na 1795 weder in allen hersteld, en bewees hij, als Kolonel en Chef van de burgerwapening in het departement van Texel, vele goede diensten, tijdens de landing der Engelschen in Noord-Holland. Hij werd in 1796 Hoogheemraad van Rijnland en onder zijn bestuur zijn de sluizen te Katwijk gebouwd. In 1803 zag hij zich benoemd tot lid van den Raad, in 1805 tot vice President wethouder, en een jaar daarna tot President, welke betrekking hij nog vervulde bij zijn overlijden den 16den Julij 1806. Hij was een man van een beminnelijk karakter, van groote opregtheid en braafheid, waardoor hij te Haarlem steeds in groot aanzien stond bij de burgerij.
Hij was den 12den September 1784 gehuwd met Cornelia Reessen, weduwe van Mr. Willem Philip Barnaart, en verwekte bij haar 12 kinderen, waaronder 5 zonen, die den lande in onderscheidene betrekkingen eervol hebben gediend.
Uit medegedeelde familieberigten bijeengebragt.