[Jan Driemunt]
DRIEMUNT (Jan), afkomstig van Hoorn, behoorde tot hen die in 1575 in Noord-Holland eenige dorpen afliepen, om, zoo het gerucht ging, op aanstoken van eenige Roomschgezinden brand te stichten en verraad te plegen. Hij werd met anderen gevat, en door den daartoe door Sonoy ingestelden Raad verhoord. Men wilde hem noodzaken om de namen van die burgers te noemen, die hem hadden opgezet. Driemunt wilde niemand verraden. Toen werd hij gepijnigd, en ondanks de vreeselijkste martelingen weigert hij standvastig onschuldigen te bezwaren. Eindelijk bezwijkt hij van pijn en bevestigt de beschuldigingen door de anderen reeds vroeger gedaan. Hij werd ten vure gedoemd, doch ter dood gaande betuigde hij nog onschuldigen genoemd te hebben.
Zie Bor, Ned. Oorl. B. VIII. bl. 625 (107); Wagenaar, Vaderl. Hist. D. VII. bl. 56.