de redactie van het Nederlandsch Kruidkundig Archief, in vereeniging met de Heeren Molkenboer en de Vriese uitgegeven. Doch bovenal heeft hij in de wetenschappelijke wereld eenen eervollen naam verworven, door de werken die hij of alleen, of gezamenlijk met zijn vriend Dr. J.H. Molkenboer heeft het licht doen zien, en die getiteld zijn:
Novae Fungorum species in Belgio Septentrionali nuper detectae, cum 2 tab. Lugd. Bat. 1846. gr. 8o.
Musci frondosi Archipelagi Indici et Japoniae inediti, Lugd. Bat. 1846. 4o. cum figurib.
Bryologia Javanica seu descriptio muscorum frondosorum Archipelagi Jndici, iconibus illustrata, Lugd. Bat. 1845. 8o. maj. Fasc. I. cum. tab.
Deze werken zijn door Dozy in vereeniging met Dr. Molkenboer bewerkt; ook schreven zij onder andere verhandelingen, eene: Over de mosvegetatie van Suriname en Venezuela, geplaatst in de Werken der Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen te Haarlem.
Voorts zag van hem alleen het licht:
Bydrage tot de Anatomie en Phytographie der Sphagma; uitgegeven door de Koninklijke Academie van wetenschappen te Amsterdam. Amst. 1854. 4o. m. pl.
De verdiensten van Dozy werden erkend, eerst door zijne benoeming tot Correspondent van het Koninklijk Nederlandsch Instituut in 1847, en na de opheffing van die instelling, in 1855 tot lid der Koninklijke Akademie van Wetenschappen te Amsterdam. Hij was den 9den Mei 1836 gehuwd met Mejufvrouw Wilhelmina Johanna van den Bosch, die hem acht kinderen schonk, waarvan zes nog in leven zijn. Hij overleed den 7den October 1856 te Nieuwied, waar hij met zijne echtgenoote, die aldaar hare opvoeding genoten had, was heengegaan, om het honderd-jarig bestaan van het opvoedings Instituut te gaan vieren, en werd op het kerkhof der Hernhutters aldaar begraven.
Zie W. Vrolik, Levensbesch. van François Dozy, in de Versl. en Mededeel. der Kon. Akadem. van Wetensch. Afdeel. Natuurk. D. V. bl. 402; Brinkman, Alph. Lijst van Boek.; dezelfde, Alph. Naaml. van Boek. Landk. enz. over 1846, 1847, 1848, 1849, 1851, 1854; Holtrop, Bibl. Medico-Chirurg, p. 81; Algem. Konst- en Letterb. 1854, bl. 403, 1855, bl. 70, 175, 1856, bl. 321.