zijn leeraarsambt neder, en vestigde zich bij zijn schoonvader Matthijs van Maurik, op een klein landgoed buiten Zwolle. Maar reeds in 1794 werd hij aangezocht om den Zwolschen leeraar Menalda in de dienst te willen ondersteunen, en hij werd in November 1795 als leeraar aangesteld, in welk jaar hij wederom in de staatsberoeringen gewikkeld werd, waaraan hij zich evenwel spoedig onttrok, en nu zijn leven geheel aan de getrouwe waarneming van zijn herderlijk ambt en aan de beoefening der wetenschappen toewijdde. Herhaalde ongesteldheden deden hem zijn werk als leeraar in 1836 staken, en hij overleed den 21sten Maart 1838. Hij was in 1787 gehuwd met Catharina van Maurik, die hem elf kinderen schonk, en die in 1804 overleed. In 1805 hertrouwde hij met Magdalena Teune, die hij in 1836 verloor.
Doyer was een man van vaste godsdienstige beginselen, een onvermoeid herder en leeraar van zijne gemeente, een gezellig mensch, een werkzaam geleerde, een liefhebbend echtgenoot, een zorgvuldig vader en een geloovig Christen. Zijne gemeente, die hij ten voorbeeld was, had hem hoogelijk lief en toonde dat, door, hem ten navolging, een getrouw en gezet gebruik te maken van den Bijbel, die hem boven alles dierbaar was, en wiens kennis, tot aan het einde van zijn leven, zijne hoofdstudie bleef. Doyer schreef de volgende werken.
Brieven over de aanbidding van Jezus Christus, Amst. 1813. 8o.
Twee leerredenen over het lijden van onzen Heiland, Zwolle. 1817. 8o.
Vraagboek over de wet der tien geboden, het gebed des Heeren en de twaalf artikelen des geloofs. Zwolle. 1822. 8o.
Hulde aan Chrisostomus. Zwolle, 1825. 8o. 3 deelen.
Invallende gedachten, Zwolle. 1825. 8o. 3 stukjes.
Bydragen ter instandhouding en bevordering van godsdienstige plegtigheden bij de Doopsgezinden, Zwolle, 1825. 8o. (Met Ds. J. van Geuns).
Redevoering ter aanwijzing van het begraven der lijken buiten de steden, Zwolle. 1826. 8o.
Vertaling en uitlegging van den eersten brief van Petrus, Zwolle. 1827. 8o.
Verhandeling over den zelfmoord, in Algem. Vaderl. Letteroef. D. XXXVII. St. 2. (1827) bl. 345.
Vertaling van den eersten brief van Johannes, met aanmerkingen, Zwolle. 1829. 8o.
Schriftuurlyk vraagboek voor kinderen. Zwolle, 1831. 8o. 2de druk. 2 stukjes.
Leerrede ter gelegenheid der gedachtenisviering van het eerste eeuwgetijde der Doopsgezinde kweekschool den 6den December 1835 uitgesproken. Amst. 1836. 8o. (te gelijk met de Leerrede van Ds. J. Boeke.)
Zie Algem. Konst- en Letterb. 1838. D. I. bl. 225; de Jong,