[Samuel de la Douëspe]
DOUËSPE (Samuel de la) geboren te Leeuwarden in 1703, was de zoon van François de la Douëspeen Philippine Majou. Hij werd van Londen tot Predikant bij de Waalsche gemeente te Leeuwarden beroepen, en deed zijne intrede den 21sten October 1731. Als zoodanig beriep hem de gemeente van 's Gravenhage in 1747, terwijl hij tevens als Hofprediker werd aangesteld. Slechts vier jaren was hij daar werkzaam, toen hij den 2den November 1751 overleed. Hij was gehuwd met Johanna Margareta Rossal, eene dochter van Michael Rossal, Hoogleeraar in de Grieksche taal en geschiedenissen te Groningen, en van Johanna Francina Maillard. Van hem ziet het licht:
De Republiek haar hoofd beweenende, of een onvolbragte Leerreden, opgesteld ter gelegentheid des Afsterven van zijne Doorl. Hoogh. den Heere Prince van Oranje. enz. uyt het Frans vertaald, Amst. 1751. 4o.
Zie Bockz. der gel. wereld, 1731, b. bl. 629, 1747, b. bl. 494, 495, 1751. b. bl. 607; Van Abkoude, Naamreg. van Nederd. Boek. D. I. St. V.