bank den 21sten November van dat jaar, werd zij veroordeeld om doodgeschoten te worden, omdat zij de Oranjevlag op haar kasteel had doen uitsteken, met Oranje versierd, benevens haren broeder, naar Lichtenvoorde was gereden, de Emigranten had ingehaald te Wissink nabij Zwolle, zich met hen onderhouden had, en vervolgens met Oranje versierd met hen naar Groenlo was getrokken en eindelijk door oproerige woorden en daden gezondigd had tegen de publicatie van den 23sten en 28sten Augustus, waarbij zulks ten strengste verboden en strafbaar geacht werd. Het gewezen vonnis werd kort daarop ten uitvoer gebragt en haar lijk te Lichtenvoorde bijgezet.
Zie Vaderl. Hist. ten vervolge op Wagenaar, D. XLI. bl. 291; Vonk, Geschied. der landing van het Eng.-Russ. leger. D. I. bl. 120, D. II bl. 190-194.