[Johan van Dorth]
DORTH (Johan van) Heer van der Horst, was de zoon van Johan van Dorth ten Veehof en van Adriana van Pallandt van ter Horst, en kleinzoon van den voorgaande. Hij moet onderscheidene aanzienlijke ambten bekleed hebben, vóór zijn vertrek als bevelhebber van het krijgsvolk op de vloot van den Admiraal Piet Hein, in 1624 bestemd om de hoofdstad St. Salvador aan de Allerheiligenbaai te veroveren. Voor het bereiken van die plaaats dwaalde het schip, waarop hij zich bevond, in zee af, en hij had alzoo geen deel aan de roemrijke overwinning. Maar later daar aangekomen zijnde, stuitte hij de ongeregeldheden, die ten gevolge van eene met geweld volbragte verovering ontstaan waren. Ongelukkiglijk geraakte hij naderhand, ter stad tot eene verkenning uitgetogen zijnde, in eene hindernis, en werd door een Spanjaard met name Padilla gedood. Zijn verlies was groot; want zijn opvolger Allart Schouten wist de krijgstucht niet te handhaven, en zoo gingen de vruchten dier onderneming geheel verloren.
Zie (van den Bos), Lev. en daden der Zeeheld. D. II bl. 46, 33-55; Hoogstraten, Woordenb. D. IV. bl. 172; Nederl. Reiz. D. XIV. bl. 5, 26; Wagenaar, Vaderl. Hist. D. XI.