Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 4
(1858)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 293]
| |
zijne belofte had hij verscheidene togten tegen de Utrechtenaren bijgewoond en met veel ijver getracht de zaak van Bisschop Rudolph nadeel toe te brengen, waarom ook in 1429 op zijn lijf een som van vier honderd Beijersche Guldens gezet was. Hij werd in 1438 door den Heer van Culenborg naar Holland afgevaardigd, onderweg door de Utrechtenaren gevangen genomen, naar de stad gevoerd en onthoofd. Zijn vader, die onder anderen het Burgemeesterschap te Utrecht bekleedde, had even als hij de partij voor Zweder van Culenborg gekozen, was mede gebannen en vogelvrij verklaard.
Zie Burman, Utr. Jaarb. bl. 303, 321, 327, 370, 497, 498. |
|