[Anthonius Johannes Dorrië]
DORRIË (Anthonius Johannes) geboren te Sebaldeburen, was een zoon van Johan Henrikus Dorrië, in 1729 als Predikant te Groningen overleden, werd proponent zijnde, in 1720 Predikant te Nieuwe of Lang-Akkerschans, alwaar hij den 13den Junij 1741 overleed, oud ruim 47 jaren, nalatende eene weduwe met vier kinderen. Zijn zoon Johannes Henrikus overleed in 1768 als Predikant te Baflo en Raskwert. Anthonius Johannes Dorrië schreef:
De droefheid naar God, in haar aard en heilzame uitwerking, aangetoond in eene kerkrede over 2 Kor. VII, vs. 10. 4o.
Leven en wandel in de Salige Gemeenschap met God, Amst. 1730. 8o.
Korte bondige Stellingen nopens den H. Doop, Gron. 1735. 8o.
Zie Boekz. der gel. wereld, 1719, b. bl. 743, 1741 b. bl. 126, 1752, b. bl. 674; van Abkoude, Naamreg. van Ned. Boek. D. I. St. I. III, aldaar verkeerdelijk Z.A. Dorrië genoemd; Brucherus, gedenb. van Stad en Lande, bl. 221; de kansel-ontluist. in de Ned. Herv. Kerk. bl. 81-84