[Jan Gerard Doornik]
DOORNIK (Jan Gerard) was een verdienstelijk dichter, van wien geene levensbijzonderheden bekend zijn, dan dat hij te Amsterdam den 28sten October 1807 overleed. Hij maakte zich bijzonder verdienstelijk door moeijelijke dichtstukken uit andere talen dichterlijk over te zetten. Als oorspronkelijk dichter deed hij zich zeer voordeelig kennen. Hij zette voor den Amsterdamschen schouwburg verscheidene verdienstelijke Fransche tooneelstukken over, en deed zich als wijsgeerig natuurkundige kennen, door eenige stukken in van Hemert's Magazijn der kritiesche Wijsbegeerte en in den Schouwburg. Voor een zijner geschriften is zijn portret door L. Portman gegraveerd. De werken door hem in het licht gegeven zijn getiteld:
Béverly, of de Gevolgen der speelzucht, burgertreursp, naar het Fransch, Amst. 1781. 8o.
Het verloren Lam, Zangsp. naar het Fransch, Amst. 1783. 8o.
Gaston en Bayard, treursp. naar het Fransch met histor. aanteek. Amst. 1785. 8o.
Pedro de Tweede, Koning van Kastiliën, treursp. naar het Fransch. Amst. 1788. 8o.
Korte Levensschets van Pedro de Tweede, en historische Aanteekeningen op het treurspel van dien naam, Amst. 1788. 8o.
De Graaf van Sternfeld, tooneelsp. Amst. 1791. 8o.
De krijgskunst, naar het Fransch van Frederik II Koning van Pruissen, Amst. 1793. 8o.
De gelijkheid der menschen en de pligten daaruit voortvloeijende, naar het Latijn, van Jeronimo de Bosch. Amst. 1794. 8o.
Timoleon, treursp. naar het Fransch, Amst. 1796. 8o.
Verder vertaalde hij uit het Deensch Tullins prijsvers over De Zeevaart: uit het Fransch den lierzang van Rousseau op De Reden; den heldenbrief: Columbus in zijne gevangenis aan Ferdinand en Izabella, van den ridder de Langeac, en uit het Italiaansch den lierzang van den Graaf Medini: L' antica e moderna Olanda; de drie eersten uitgegeven in de Kleine dichterlijke handschriften, de laatsten door Witsen Geysbeek der vergetelheid ontrukt.
Zie Kleine dichterl. Handschr. 1ste Schak. bl. 43, 2de Schak. bl. 33, 3de Schak. bl. 1, 6de Schak. bl. 17, 7de Schak. bl. 1; Van Kampen, Geschied. der Ned. Lett. en Wetensch. D. II. bl. 622; Witsen Geysbeek, Woordenb. van Ned. Dicht. D. II. bl. 183-197; Collot d'Escury, Holl. Roem. D. IV. St. II. bl. 721, noot a; Cat. van de Bibl. der Maatsch. van Ned. Letterk. te Leid. D. I. bl. 288, b. bl. 81.