was. De dichter Six van Chandelier bezong dit voorval. De Dood beoefende ook de dichtkunst, blijkens een door hem vervaardigd vers, voorkomende op eene plaat, voorstellende eene optogt te Jisp gehouden in 1697, bij gelegenheid der viering van den Rijswijkschen vrede. Het blijkt hieruit, dat de Dood nog jaren lang na de operatie geleefd heeft. Zijn geschilderd portret, met de afbeelding van steen en mes, zijn nog voorhanden in de vertrekken der Anatomie te Leiden.
Zie Wagenaar, Beschrijv. van Amst. D. V. bl. 184; Honig, Geschied. der Zaanl. D. II. bl. 207, noot.