[Sierk van Donia]
DONIA (Sierk van), zoon van den voorgaande en van Sjouk Douma. Hij was gehuwd met Anna, natuurlijke dochter van Zeger van Groesbeek, onderbevelhebber van Caspar de Robles, bij wie hij twee dochters had. Hij werd in 1569 Grietman van Kollumerland en aangesteld tot hopman over eene bende Spaansche soldaten. Toen Caspar de Robles in 1573 te Harlingen vier galeijen had laten uitrusten om de Watergeuzen te bevechten, kreeg Sierk van Donia, die vele bewijzen van dapperheid had gegeven, het bevel over eene derzelve; doch door het opkomen van eenen zwaren storm geraakte de vloot terstond verstrooid, en werden de meeste schepen beschadigd. Het schip van van Donia werd met tachtig man, waaronder hij zelf, een prooi der golven.
Zie Schotanus, Friesche Gesch. B. XXI. bl. 787; van Sminia, Nieuwe Naaml. van Grietm. bl. 93.