zijne vijanden zooveel afbreuk deed als mogelijk was. Hij stond in den Donia-krijg zijnen broeder Agge dapper ter zijde. De sterke stins Hiddema, op Nieuwland, werd door hem veroverd en versterkt. Nadat hij zich met zijnen grootsten vijand Epo a Kee Hottinga verzoend had, geraakte hij in oorlog met de Galama's, die zijn broeder Kempo hadden omgebragt. Hij nam het slot van Janke Douwma te Irnsum in, vernielde het en joeg den eigenaar het dorp uit. Doch deze overwinning kwam hem duur te staan. Douwma, van alle kanten hulp bekomen hebbende, leverde hem in 1462 slag bij het klooster Aalsum. De Vetkoopers behaalden de overwinning en een aantal Schieringers, waaronder ook Donia, sneuvelde.
Zie Winsemius, Chron. van Friesl. B. IX. bl. 268-271, Schotanus, Friessche Hist. B. X. bl. 329-332; Tegenw. staat van Friesl. D. III. St. I. bl. 237; Arend, Algem. Geschied. des Vaderl. D. II. St. III. bl. 203, 213-216, 219; van Sminia; Nieuwe naaml. van Grietm. bl. 277-279.