[Curtius Nording Doitsma]
DOITSMA (Curtius Nording) zoon van Joannes Doitsma, rectot te Hoorn; hij werd den 3den Januarij 1724 conrector aldaar, en na den dood van zijnen vader tot rector aangesteld, welke betrekking hij den 27sten September 1735 met eene Oratie aanvaardde, en bij vele gelegenheden door het houden van belangrijke Latijnsche redevoeringen blijken gaf van zijne geleerdheid en kennis. Ook als dichter wordt hij vermeld, ondet anderen van een uitvoerig vers op het Vervolg van de Historie der stadt Enkhuyzen door Sebastiaan Centen. Hij overleed te Hoorn den 29sten Maart 1754.
Zie Boekz. der gel. wereld. 1724. a bl. 234, 1735. a bl. 362, 487, b bl. 467, 1737. b bl. 87, 477, 1738. a bl. 471, 1739. a bl. 490, b 476, 1754. a 476. 477; van der Aa, Nieuw Woordenb. van Ned. Dicht. D. II. bl. 42.