[Willem Dirksen]
DIRKSEN (Willem), bijgenaamd Brederode, een linnenwever te Haarlem, en in alle opzigten een slecht mensch, was een der hoofden van het Kaas- en Broodvolk in 1492, en de vervaardiger van het rijmpje, waarmede zij het in stukken gehakte lijk van den Schout Nikolaas van Ruyven aan zijne vrouw, in eene mand, te huis zonden, dus luidende:
Aen dese boutkens zuldy kluyven.
Hij was het ook die den opstand in Alkmaar bewerkt had; doch hij moest eerlang zijne euveldaden met den hals boeten.
Zie Wagenaar, Vaderl. Hist. D. IV. bl. 279; Bilderdijk, Geschied des Vaderl. D. IV. bl. 299; Arend, Algem. Geschied. des Vaderl. D. II. St. III. bl. 272, waar hij Walich Dirkszoon genoemd wordt.