[Wijnand Augustijnsz. van Deventer]
DEVENTER (Wijnand Augustijnsz. van) werd door den Hertog Van Alva gebannen, omdat hij het verbond der Edelen geteekend had. Hij werd beschuldigd onder Van Brederode gediend te hebben, vijandelijkheden gepleegd, brandschattingen, omtrent Meerkerke, van 's Konings onderdanen gevorderd, en zich van Vianen naar Amsterdam met eenen kwaden toeleg begeven te hebben.
Zie Marcus, Sent. van den Hert. van Alva, bl. 128; J.W. te Water, Hist. van het verbond der Edelen, D. II. bl. 333.