[Mr. Jean Deutz]
DEUTZ (Mr. Jean) werd in 1745 Commissaris, in 1775 Schepen en in 1791 Raad der Stad Amsterdam. Hij was een deugdzaam en kundig regent, in wien, volgens het oordeel van Joachim Rendorp, met wien hij bijzonder bevriend was, de dood aan de maatschappij in het algemeen, en aan de stad Amsterdam in het bijzonder, een achtenswaardig en nuttig lid in het beste van zijn leven, ontvoerd heeft. Meerdere bijzonderheden zijn omtrent hem ons niet bekend. Hij is de schrijver van:
Proeve over de middelen die tot bescherming van de zeevaart en handel en tot verdediging van de binnen- en buitenlandsche bezittingen der Republiek in de O.I. en op het vasteland van America zouden kunnen aangewend worden. Amst. 1783. 8o.
Zie Wagenaar, Beschrijv. van Amsterd. (vervolg) D. XXI. bl. 234; J. Rendorp, Memorien. D. II. bl. 32, 33; van Hall, Lev. en Karakt. van den Adm. van Kinsbergen. bl. 116, met het facsimilé van zijne handteekening, No. 14; Frederik Muller, Cat. mensuel de la librairie ancienne. Avril 1858.