[Alle Derks]
DERKS (Alle) werd geboren op de Meeden in de provincie Groningen den 16den Junij 1670 en was de zoon van Derk Alles, oudste of leeraar bij de oude Vlamingen in genoemde plaats. Na door zijn vader tot de predikdienst opgeleid te zijn, werd hij in 1699 tot de gewone dienst verkozen en door zijn vader bevestigd. Hij geraakte in 1713 in eenige onaangenaamheden wegens het doopen van zekeren Gerrit Berends, van hervormde ouders geboren; doch niettegenstaande alle regters in de Ommelanden last ontvingen hem te vatten en de vergaderplaatsen der Mennonieten te sluiten, schijnt echter aan deze resolutie geen gevolg gegeven te zijn; althans Derks bleef oudste en bij zijne gezindte in groote achting. Hij vertrok in 1723 naar Polen om aldaar bij de gemeenten Doop en Avondmaal te bedienen en iemand in volle dienst te bevestigen. Wanneer hij wederkeerde is niet bekend. Hij overleed in 1733.
Kort vóór zijn dood bezorgde hij eene nieuwe uitgave van den Biestkens-Bijbel; gelijk ook het gezangboek: Lusthof des gemoets, bestaande in stichtelijke gesangen enz. met een Agterhofje, in zig bevattende uytgesogte stichtelijke en zielroerende gesange. Gron. 1732; het laatste is in 1736 herdrukt met een Bijvoegsel.
Zie Blaupot ten Cate, Gesch. der Doopsgez. in Gron. enz. D. I. bl. 130, 137, 143, 158, 183; dezelfde geschied. der Doopsgez. in Friesland. bl. 200, 202, 382.