[Johan Deknatel]
DEKNATEL (Johan) werd in 1698 geboren te Norden in Oost-Friesland en overleed als Leeraar der Doopsgezinden te Amsterdam in 1759. Zijne afbeelding ziet het licht. Hij was een vroom prediker en vruchtbaar schrijver, blijkens de werken door hem uitgegeven, zoowel in proza als in poëzy. Zij zijn getiteld:
Klagt en troostdigten over den staat van Oost-Vriesland, Amst. 1722. 4o.
Aanleiding tot het Christelijk geloove, met de woorden Gods, Amst. 1746. 8o.
In het Duitsch vertaald onder den titel:
Anleitung zum Christlichen Glauben. Amst. 1756.
De getrouwe Raad des Zaligmakers, aan het zorgeloose Christendom over Openb. III. vs. 17, 18, gepredikt op den laatsten Bedendag onder de Doopsgezinden te Amsterdam, alsmede de Bede Christi laat u versoenen met God, over II Corinth. V. vs. 20, Amst, 1755. 4o.
Evangelische Liederen uit het Hoogduitsch vertaald. Amst. 1756 4o.
Het oogmerk van Gods gerichte op aarde uit Jes. XXVI:9. Amst. 1756, 4o.
Lijkpredikatie op Ds. Bremer. Amst. 1757. 4o.
Menno Simons in 't klein, behelzende verscheiden merkwaardige verhandelingen en woordelijke uittrekselen uit zijne werken. Amst. 1758. 8o. Ook in het Hoogduitsch vertaald en uitgegeven onder den titel van: Kurzer Auszug von Menno Simons Schriften, Büdingen 1758.
Twaalf Predikatien over uitgelezen Texten, Amst. 1758, 8o.
Nagelaten Predikatiën. Amst. 1763. 8o.
Zie Van Abkoude, Naamr. van Nederd. Boek D. I, St III. V. VI; Arrenberg, Naamr. van Ned. Boek.; Jaarb. voor de Doopsgez. Gem. 1838 en 1839. bl. 63; Blaupot ten Cate, Geschiedenis der Doopsgez. in Holl. enz. D. II. bl. 36, 99, 129, 142; Muller, Cat. van Portrett. bl. 70.